Spieren als kwaliteitsmonitor

Veel mensen zijn niet tevreden met hun lijf en/of ervaren te weinig energie te hebben, voelen zich niet fit.

Er zijn vele monitoren die hier iets over zeggen zoals algemeen bekend: het gewicht, of het vetpercentage, of de BMI (Body Mass Index).  Deze monitoren hebben als nadeel dat ze erg grof en onnauwkeurig zijn. Op basis van alleen deze monitoren is het niet goed mogelijk om een goed plan ter verbetering te maken. 

Van groot belang voor je welbevinden is de balans tussen wat en hoeveel je eet, en hoe en hoeveel je beweegt (sporten is een vorm van bewegen).

De energie die je binnen krijgt via je eten en die niet nodig is voor je basale bestaan, moet worden verbruikt door je spieren.  Als dit niet in balans is word je dikker of magerder en in beide situaties gaat dit gepaard met afnemende fitheid en minder welbevinden. (Onbalans leidt vaak ook tot welvaartsziekten).  Daarom zijn spieren een belangrijke monitor voor je kwaliteit van leven. 

Op basis van je hoeveelheid spieren, gecombineerd met wat je eet en hoeveel je beweegt, kan een verbeterprogramma worden gemaakt.  Het meten van je spieren is dus een meetmoment dat een start kan zijn om kleine aanpassingen in je leefpatroon te maken en zo je kwaliteit te verbeteren zonder diëten of naar de sportschool te "moeten".